Wat geloven wij?

De gemeente van Jezus Christus belijdt haar geloof. 'Belijden' betekent vanuit de Bijbel: 'hetzelfde zeggen'. We weten ons verbonden met de kerk van alle eeuwen en belijden de Apostolische Geloofsbelijdenis, zoals hieronder, en de geloofsbelijdenissen van Nicea en Athanasius. In lijn met de gereformeerde traditie houden we daarnaast vast aan de drie belijdenisgeschriften uit de tijd van de Reformatie: de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis, en de Dordtse Leerregels. Deze belijdenissen vatten de Bijbel samen, geven woorden aan ons geloof, en wijzen de weg waar verkeerde leer de kop kan opsteken.

Ik geloof in God de Vader, de Almachtige,
Schepper van de hemel en van de aarde;
En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere,
die ontvangen is van de Heilige Geest,
geboren uit de maagd Maria,
die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
is gekruisigd, gestorven en begraven, neergedaald in het rijk van de dood,
op de derde dag opgestaan uit de doden,
opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader,
van waar Hij komen zal om te oordelen de levenden en doden.
Ik geloof in de Heilige Geest,
ik geloof de heilige katholieke Kerk,
de gemeenschap der heiligen,
de vergeving van de zonden,
de opstanding van het vlees,
en het eeuwige leven.

Deze belijdenis vertaalt zich in de volgende waarden voor onze gemeente:

Wij geloven dat het doorgeven van het Woord van God in de kracht en onder de leiding van de Heilige Geest een bron van vernieuwing is voor de kerk in zijn geheel en voor ieder mens persoonlijk voor het héle leven (Marcus 16,16-18; Romeinen 1,16; 1 Tessalonicenzen 1,5 en 2 Timoteüs 3,16,17).

Wij geloven dat het gebed voor het gemeentelijke leven onmisbaar is en dat God op het gebed Zijn kerk bouwt en een opening geeft naar ongelovigen (Efeziërs 3,16-21; Kolossenzen 4,2-4 en 1 Tessalonicenzen 1,2).

Wij geloven dat Christus vraagt om volledige toewijding aan Hem en Zijn dienst, zoals die uitkomt in discipelschap, aanbidding, gebed, bijbelstudie en heiliging van het leven (1 Koningen 11,4; Matteüs 6,33; Lucas 14,25-33 en Romeinen 12,1-2).

Wij geloven dat verloren mensen God ter harte gaan en daarom ook de kerk ter harte moeten gaan. Daarom zetten we ons in voor de bekendmaking van het Evangelie, discipelschap/toerusting van nieuwe gelovigen en gemeentestichting. Dat doen we in de wetenschap dat Jezus' Naam de enige op aarde is die de mens redding biedt (Jesaja 49,6; Matteüs 28,19; Lucas 15; Handelingen 4,12 en 2 Timoteüs 2,2).

Wij geloven dat de kerk zich vanuit christelijke barmhartigheid heeft in te zetten voor de naaste in nood en gerechtigheid in de samenleving (Matteüs 25,31-46 en Galaten 6,10).

Wij geloven dat voor de opbouw van de gemeente de gaven die de Heilige Geest ieder gemeentelid gegeven heeft nodig zijn. Het is de taak van de leden van het overlegteam, die het leiderschap van de gemeente is toevertrouwd, om de gemeente toe te rusten en de inzet van de gaven te coördineren,  (1 Korintiërs 12 en Efeziërs 4,11-16).

Wij geloven dat de gemeente als volk van God samenkomt in de kerkdienst voor lofprijzing en aanbidding, verkondiging en gebed en als Gods huisgezin in kleine kringen voor geestelijke groei, onderlinge liefde en dienstbaarheid in de samenleving (Marcus 3,31-35; Handelingen 2,46; Romeinen 16,5 en 1 Petrus 2,9-10).

Wij geloven dat de kerkgemeenschap gelijkwaardigheid belangrijk is en ieder mens welkom is. We aanvaarden elkaar zoals Christus ons aanvaard heeft. In het gemeente-zijn moet daarom zichtbaar zijn dat mensen van verschillende achtergronden en culturen een gelijkwaardige plek hebben, waar men gezien en gewaardeerd wordt en waar naar elkaar geluisterd wordt, waar we elkaar dienen en ernaar verlangen dat de ander tot bloei komt. Onze activiteiten zijn geen doel in zichzelf, maar zijn gericht op het tot stand brengen van relaties met elkaar en met God (Handelingen 13,1-3 en Galaten 3,28).

Wij geloven dat we als kerk ons niet afzijdig van de wereld moeten houden (grijze muis) en ook niet moeten opgaan in de wereld (kameleon), maar een taak hebben in de wereld. De kerk is er om de hoop van het Evangelie uit te dragen, nood te lenigen, zich in te zetten voor gerechtigheid en bij te dragen aan de bloei van de samenleving (Jeremia 29,4-7; Johannes 17,11-19; 1 Korintiërs 9,19-23; Jakobus 1,27 en 1 Petrus 2,11-12).

Lees meer over: